Guerrilla Gardeners

Het strijdlustige team guerrilla gardeners verovert stukje bij beetje steeds meer buurten. We willen jou inspireren om zelf de schep op te pakken en je eigen buurt te veranderen in een bloemenzee. Samen met jou vechten we voor gezonde buurten met meer bloemen en bijen.
WaterLeider deelt in samenwerking met hen een selectie van de vele tips wat je zelf kan doen om je stoep, straat, buurt en stad te vergroenen. Meer info over deze groeiende en bloeiende beweging vindt je op hun website.

Alle onderstaande tips komen van de website van >> Guerrilla Gardeners
Meer tips en instructie >> WaterLeider DIY


Wildzaaien

Waarschijnlijk is het de oudste guerrilla gardening actie die er is: de natuur een handje helpen door zaden van mooie bloemen mee te nemen en uit te strooien op kale grond. Vooral een zonnebloem doet het erg goed. De paar zaden die je in een boomspiegel plant zorgen een paar maanden later voor een gele oase.

Laten we maar gelijk met de deur in huis vallen: er is niet één juiste manier om zaadjes te planten. Er zijn ontzettend veel bloemen en planten en iedere plant heeft zijn eigen maniertjes. De verschillen in grootte, vorm en structuur van de zaadjes vertalen zich naar de beste manier om te zaaien. Er is dus heel veel te leren over zaaien. Maar, laat je hierdoor niet afschrikken! Oefening baart kunst, en we hebben een aantal handige tips voor je die je helpen bij het kweken van een prachtige bij-vriendelijke bloemenzee.

Zaai je zaden verspreid

Planten hebben een natuurlijke bloeiperiode, die vaak over enkele maanden verspreid is. Verdeel je zaadjes over bijvoorbeeld drie zaaiperiodes, dan kun je drie keer zo lang van het resultaat genieten! Zorg er dus voor dat er altijd wat te strooien in je jaszak zit.

Tip! Zaaien kan ook in de herfst! Kijk maar naar de natuur: veel bloemen en bomen laten in de herfst hun zaden los. De beste zaaitijd is tijdens de natuurlijke zaadval van de plant.

Kies de plek en de grond

Lees voordat je op pad gaat eerst wat je zaden nodig hebben aan vocht en zon en probeer de plek die je kiest daarop af te stemmen.

Ga op zoek naar kale aarde. Kijk voor je zaait naar de grond. Te hard? Dan kan je zaadje zich moeilijk nestelen. Een té harde ondergrond (denk aan de grond onder een verwijderde stoeptegel) kun je dus best een beetje losmaken. Te drassig? Je zaadje stroomt met de volgende bui zo de goot in.

Let op concurrenten. Gras en ander ‘onkruid’ verwijder je het beste om jouw zaadjes een kans te geven. Brandnetels zijn bijvoorbeeld flinke woekeraars; grote kans dat jouw zaadje zich in het brandnetelbos geen weg naar boven weet te groeien. Vaak is er aan de randen van struiken weer wél plek voor bloemen.

De juiste diepte

Zaadjes hoeven niet zo diep de grond in. Zaai op een diepte van ongeveer anderhalf tot twee keer het formaat van het zaadje. En dat betekent voor mini-zaden zoals die van de klaproos dat ze echt maar twee milimeter onder de aarde gaan. Je kunt dit soort zaden mengen met wat zand en dan uitstrooien.

In jouw guerrilla-buurttuin kun je hier meer aandacht aan besteden dan wanneer je gaat wildzaaien. De natuur is namelijk zeer intelligent en kent de regels van voortplanting heel goed. Je hoeft dus niet met een liniaal op pad te gaan.

Tip! Neem voor wat grotere zaden een scherp stokje mee om gaatjes in de grond te prikken, een potlood werkt bijvoorbeeld heel goed!

Zaai op natuurlijke wijze

Die liniaal kun je sowieso thuislaten, want ook voor de afstand tussen de zaadjes nemen we de natuur als voorbeeld. Ooit weleens een kaarsrecht rijtje klaprozen in de berm zien staan? Nee dus. Je hoeft niet nauwkeurig af te meten waar je zaadjes precies de grond in gaan. Een handje zaadjes kun je het best soepeltjes in de breedte werpen – zo krijg je een natuurlijk effect én creëer je tussen de zaadjes voldoende ruimte voor groei. Trouwens, als je wildzaait heb je niet eens tíjd voor zo’n meting. Je werpt in het voorbijgaan vlot wat zaadjes opzij en klaar!

Water geven

Zaden hebben al flink wat voedingsstoffen bij zich zodat ze kunnen ontkiemen. Regen helpt, maar je kunt ook best af en toe met een gieter water langsgaan. Let op dat je sproeit en geen dikke straal water geeft. Anders kunnen de zaden wegspoelen of wegzakken en zullen ze eerder gaan rotten dan bloeien.

Benoem je bloem

Wil je graag weten welk groen sprietje er boven de grond uitkomt in je guerrillatuin? Zorg er dan voor dat je jouw gezaaide grond markeert. Zo voorkom je dat je wilde-bloemen-zaailingen verwart met je komkommer en aubergine. Veel bloemen en kruiden kun je trouwens prima gebruiken in de keuken, is nog lekker en gezond ook.

Markeren doe je natuurlijk niet als je wildzaait. Wel kun je een mentale notitie maken. Steeds als je langsloopt of fietst check je even hoe het met ‘jouw’ zaadjes gaat!

Risico aan de groene guerrilla actie?

Als je voor het eerst nadenkt over guerrillatuinieren zullen er vast veel twijfels door je hoofd flitsen. Kan ik beboet of zelfs gearresteerd worden vanwege guerrilla gardening? Kan de eigenaar van de grond het als vernieling beschouwen? Stel dat ik word opgepakt, kom ik dan in de problemen bij mijn baas?

We kunnen je geruststellen: er is geen wet die zegt dat je geen tuinen mag aanleggen. Sterker nog, in veel gevallen kun je volkomen legaal aan de slag!

De gemeente

Veel gemeenten kiezen voor een makkelijke en goedkope invulling van de openbare ruimte. Dat komt vaak neer op vlaktes aan stoeptegels en saaie groenblijvende struiken. Dat houdt makkelijk schoon en geeft weinig onkruid.

Maar gemeenten staan vaak positief tegenover bewoners die de handen uit de mouwen willen steken. Groen ‘zelfbeheer’ hoort daar ook bij; het openbare groen zelf onderhouden. Veel gemeenten hebben beleid dat dit ondersteunt. Zo kun je in veel grote steden je tuintje rond een boom registreren zodat de plantsoenendienst het tuintje met rust laat.

Overleg

Stel: je hebt een groter plan voor vergroening. (Je wilt naast je geveltuin óók een buurttuin aanleggen). Wij hebben ervaren dat in overleg met de gemeente heel veel mogelijk is.

Het gebeurt ook dat een guerrillatuin achteraf door de gemeente wordt gelegaliseerd. Zo kennen we een straat waar iemand tegels weghaalde en bomen plantte. Deze bomen kregen van de gemeente bij de eerste opknapbeurt een nette boomspiegel.

De sterke hand der wet

Word je gearresteerd of krijg je een boete bij het poten van bloembollen rond een boom of het zaaien langs een heg als je dit niet hebt gemeld? Nee!

Sowieso verspreiden zaadjes zich vanzelf. Je bent eigenlijk een natuurlijk proces een handje aan het helpen. De enige keer dat we hebben gehoord dat mensen door de politie werden aangesproken was in Amsterdam. Ze waren langs een drukke weg bezig en dat leverde gevaar op voor henzelf en voor het verkeer.

Er is wel een duidelijke grens: ga niet met je tuinplanten aan de slag in een natuurgebied!

Met welke regels en wetten heb je te maken?

Volgens de Wet Natuurbescherming (in 2022 zal deze wet opgaan in de Omgevingswet) is het verboden om bedreigde planten en dieren te verstoren. Je mag in natuurgebieden geen ongewenste (uitheemse, invasieve) soorten introduceren. Je kunt dus niet op eigen houtje in natuurgebieden tuintjes gaan aanleggen. 

De APV, de algemeen plaatselijke verordening, legt uit wat er wel en niet mag in jouw woonplaats. Iedere gemeente heeft zo’n set regels. Het kan verboden zijn om items te plaatsen in de openbare ruimte. Dat verschilt per gemeente. Dan gaat het natuurlijk over het algemeen over grotere objecten, zoals bankjes, niet over zaadjes.

En dan is er natuurlijk ‘verboden toegang’: je mag niet zomaar het land van iemand anders opgaan. Meestal is wel goed te zien of een gebied particulier bezit is; er staat bijvoorbeeld een bordje, of een hek. In het Burgerlijk Wetboek (boek 5) staat dat je eerst toestemming moet vragen voordat je op de grond van iemand anders komt.

Als iemand eigenaar is van een stuk grond, is hij ook eigenaar van de beplanting die erop staat. Volgens de wet moet je dus eerst aan de eigenaar van de grond vragen of je iets mag planten.

Leg je zonder toestemming een tuintje aan op de grond van een particulier? Als die ander daardoor schade lijdt, moet je de kosten vergoeden. Als je door het tuinieren de grond of planten op het terrein van een ander vernielt, wegmaakt, beschadigt of onbruikbaar maakt, dan is dit een misdrijf en kun je zelfs strafbaar zijn (artikel 350 Wetboek van Strafrecht). Om strafbaar te zijn, moet je iets opzettelijk hebben vernield of beschadigd. We kennen geen voorbeelden dat deze wet is toegepast bij guerrilla gardening.

5 tips voor een simpele guerrilla gardeners actie

  1. Plant een uitgebloeide bloembol
    Rond maart / april hebben veel mensen uitgebloeide bloembollen in huis. Fantastische grondstof voor Guerrilla Gardenen. Want, nee, die gaan niet de vuilnisbak in! Plant ze ergens in je straat en volgend voorjaar verras je al je buurtgenoten.Tip: neem een grondboor mee. De grond kan erg hard zijn.
  2. Gooi een bloembom
    Een pakketje met klei, compost en zaadjes. Deze neem je mee op een wandel- of fietstocht en gooi je vervolgens op een plek die er uit ziet alsof het wat bloemen kan gebruiken. Bloembommen kun je kant en klaar kopen, maar je kunt ze ook zelf maken. Bekijk hoe je ze zelf maakt.
  3. Mini tuintje
    In veel gemeenten mag je een tegel diep voor je huis gebruiken voor een tuin. Met 1 tegel ben je er al! Tegel opwippen en wat zand vervangen door potaarde. Dan een plantje erin (bijvoorbeeld lavendel, deze is vrij robuust en kan tegen mensen die er langs lopen) en je tuin is klaar!
  4. Plant een paar zaadjes
    Vooral een zonnebloem doet het erg goed. De paar zaadjes die je in een lege plantenbak of rond een boom plant zorgen een paar maanden later voor een gele oase.Tip: gebruik een pen of potlood om het gat te maken waar je zaadje in kan.
  5. Hang een plantenbak aan een hek
    Lelijk bouwhek in de buurt? De oplossing is een hangende bloembak. Viooltjes of sleutelbloemen erin en je instant Guerrilla tuin is klaar! Je kunt thuis je bloembak vast vullen met aarde en de plant zodat je echt heel snel je Guerrilla actie uitvoert. Let wel op dat een bloembak snel uitdroogt. Het is daarom handig om een plek nemen die op je dagelijkse fietsroute ligt. Dan kun je met een waterflesje zorgen dat je plantje voldoende vocht krijgt.

Deze tips en meer inspiratie vind je in het Handboek Guerrilla Gardening. Te koop in de boekhandel of hier

Scout de ideale spot voor een actie!

Fladder in gedachten door je wijk. Zoek naar kale stukken grond, waar je liever planten en bloemen wilt zien. Denk aan een lege bloembak of een kale ruimte rond een boom, een middenberm. Of zie je een bouwterrein waar al jaren niets mee gebeurt? Dit zijn je kansen!

Als guerrilla gardener weet jij namelijk: als er grond is, kun je er tuinieren. En als er geen grond is, kun je tegels wippen. Sommige plekken zijn ‘van nature’ geschikter dan andere voor een guerrillatuin. We nemen de verschillende plekken met je door.

Tip: ga met je camera op pad. Zie je geveltuintjes, bloembakken, groene boomspiegels, of juist een kale plek? Gebruik de straat als inspiratiebron! Maak foto’s van je buurt. Wedden dat je thuiskomt met een heleboel foto’s van plekken waar je kunt guerrillatuinieren?

Dicht bij huis

Dicht bij huis is de beste plek om te beginnen met guerrilla gardening. Het levert direct winst op voor de biodiversiteit, want je vergroent kale grond rond een boom of creëert ‘nieuwe’ grond in je geveltuin.

En heb je al aan een groen dak of zelfs een groene muur voor je huis gedacht?

Plekken in de buurt

Alle plekken waar je tegels verwijdert, leveren direct winst op voor biodiversiteit. Dus… weg met die tegels op dat kale school- of buurtplein! Je kunt ook de krachten bundelen en met de hele straat boomspiegels vergroenen of geveltuinen aanleggen.

Plekken verder van huis

Wat verder weg vind je vaak plekken die wat anoniemer zijn en ‘van niemand’. Een rotonde, een wegberm, een bouwterrein of een bedrijventerrein.

Hier guerrilla gardenen lijkt logisch. Let wel op: dit kunnen gebieden zijn met een grote ecologische waarde. Zaai dus weinig ‘nieuws’, maar help vooral een zaadje dat er van nature staat verder op weg.

Buiten de bebouwde kom

Buiten stad of dorp loop je het risico dat je door het verspreiden van tuinplanten per ongeluk inheemse ecosystemen verstoort. Beter blijf je met tuinplanten uit de wilde natuur, waar het bestaande ecosysteem prima functioneert. Wij kiezen liever voor plekken in de bebouwde kom waar het groen ontbreekt.

Wat je wél kunt doen is planten die in de natuur thuishoren een handje helpen. Verzamel en verspreid zaad van plaatselijke planten, let er bij het verspreiden op dat je dit doet op het soort plek waar de planten graag groeien.

Zaadbom maken

Wil jij jouw straat of buurt opvrolijken én de bijen en andere insecten helpen? Ook op plekken waar je lastig bij kunt komen? Maak dan zelf bloembommen. Wij leggen je stap voor stap uit hoe je dat doet. Het is supersimpel een zaadbom maken en ook nog eens leuk om te doen.

Wat is een bloembom?

Een bloembom of zaadbom zoals veel mensen het noemen, is een rond pakketje bloemzaadjes, beschermd door klei en compost. Ideaal voor plekken waar je niet zomaar bij kunt, bijvoorbeeld omdat er een hek omheen staat. Een bloembom stop je zo in je jaszak en haalt hem eruit als je een plek ziet die wel wat Guerrilla Gardening kan gebruiken. Het enige wat je hoeft te doen, is jouw bloembom op de juiste plek werpen. Binnen no time heb jij die kale, grauwe plek omgetoverd tot een vrolijke bloemenzee.
Hieronder lees je de 7 stappen van het bloembom maken!

Stap 1: verzamel de ingrediënten

Nodig voor 10 bloembommen:

  • 4 eetlepels klei (bentoniet voor snel uitgooien, rode klei bij bewaren)
  • 5 eetlepels compost (of potgrond)
  • Bloemenzaadjes (grote zaadjes: twee theelepels / kleine zaadjes: halve theelepel).
  • Eventueel 2 theelepels chilipoeder

De klei

Bentoniet. Ga je de bloembommen snel uitgooien, dan kun je het beste bentoniet gebruiken. Dit kun je kopen bij (online) winkels voor pottenbakkers. In Tuincentra kun je pakken met 2 kg bentonietklei van het merk DCM kopen.

Rode (of witte) klei. Dit is een gladde kleisoort die je makkelijk kunt verwerken. Het is wat lastiger om deze zaadbommen tot bloei te laten komen, omdat ze wat steviger zijn. Maar als je de bommen langer wilt bewaren, is dit wel betere klei. Deze kleisoort koop je bij een (online) handel voor pottenbakkers.

Naast gedroogde klei kun je ook natuurlijk voorkomende ‘natte’ klei gebruiken. Deze vind je bijvoorbeeld in vennetjes met kleibodem.

De compost

Je kunt gewone ‘huis, tuin- en keukencompost’ gebruiken of ander organisch materiaal, zoals kokosvezel of potgrond (koop het liefst geen potgrond waarvoor veen is afgestoken). Oude potgrond die je overhebt van een dood plantje werkt ook prima. Je kunt zelfs theeblaadjes toevoegen!

Chilipoeder

Gewoon uit je kruidenrek. Hiermee houd je vervelende beestjes op een afstand. Daardoor doen de bloembommen het beter.

Zaadjes

Hier gaat het natuurlijk om. De keuze van je zaadjes bepaalt hoe jouw bloemenzee er straks uitziet. Kies de zaadjes die passen bij de plek waar je de bom wilt gooien.

Bloembommen voor een braakliggend terrein.
Hier gebruik je bloemen die snel ontkiemen en goed doorgroeien. Bijvoorbeeld klaproos, korenbloem en kamille.

Bloembommen voor blije bijen.
Kies het liefst inheemse soorten die in het gebied thuishoren. Bijvoorbeeld duizendblad, klaver, dovenetel, peen en akkerklokje.

Wild Oogsten

Meer tips van andere groendoeners >> inspiratie

Nadat je zaden zijn uitgebloeid help je de kringloop van het leven een handje door zaadjes te oogsten en later weer ergens anders te zaaien. Ook mooi onkruid kun je een handje helpen.

Het verschilt per plant wanneer deze is uitgebloeid. Klaproos is in juli uitgebloeid en de stokroos bloeit in september langzaam uit. Wanneer de zaaddoos van de plant rijp en gezwollen is, weet je dat de zaadjes bijna door de plant verspreid gaan worden.

Tip! Laat wat van de uitgebloeide bloemstengels staan. Vogels en insecten knabbelen hier graag aan. Vooral zonnebloemen zijn echte vogeltrekkers. En door stengels te laten staan, kan de plant zelf op haar natuurlijke wijze zaden verspreiden.

Stappenplan zaden oogsten

Stap 1. Verzamel de spullen die je nodig hebt:

  • papieren zakken om de zaadjes in te laten drogen.
  • touw om de zakken mee dicht te knopen.
  • (snoei)schaar om de stengels af te knippen.
  • pen/potlood om de bloemsoort op de zak te schrijven.
  • camera om de bloem te fotograferen.

Stap 2

Fotografeer de plant die je wilt oogsten, dan weet je wat er straks uit het zaadje komt. Schrijf op een papieren zak de naam van de plant.

Stap 3

Snijd de uitgebloeide bloem af inclusief ongeveer twintig centimeter van de stengel van de plant. Plaats de stengel op de kop in de papieren zak. Ga zo door en vul je zak. Knoop de papieren zak vervolgens dicht met touw.

Stap 4

Hang de zak op een warme, droge plek zodat de zaaddozen kunnen drogen. Check af en toe of ze al droog zijn, door te ‘rommelen’ met de zak. Je kunt ook even in de zak kijken of er al wat zaadjes vanzelf gevallen zijn.

Stap 5

Zodra de zaadjes droog zijn kun je daadwerkelijk gaan oogsten. Het kan wat priegelwerk zijn en sommige zaadjes zijn echt heel klein. Dit kan je helpen:

  • Werk zak voor zak om de zaadjes goed gescheiden te houden. Open de zak boven een zeef om het kaf van het zaad te scheiden. Doe dit boven een krant, zodat je eventuele gevallen zaadjes kunt redden.
  • Laat de zaadjes nog enkele dagen ‘af-drogen’ in een papieren bakje en stop de geoogste zaadjes vervolgens in luchtdichte, droge potten waar je de naam van de plant op schrijft, staat mooi op een plank in de kamer. Gewoon in enveloppen en dan in een schoenendoos stoppen kan trouwens ook.

Als je je zaadjes direct weer wilt uitstrooien kun je deze stap natuurlijk overslaan.

Share the love!

Laat je vrienden en buren weten waar je mee bezig bent. Misschien steek je ze wel aan en gaan ze zelf ook aan de slag! Je kunt natuurlijk ook een zakje zaadjes weggeven. Zo’n kadootje valt altijd in goede aarde.

Deze tips en meer inspiratie vind je in het Handboek Guerrilla Gardening. Te koop in de boekhandel of hier

Milou uit Maastricht maakt bloembommen:

“Het is uiteraard leuk om bloemen te plukken, maar wel pas nadat ze een keer zaad hebben kunnen vormen. Zo wordt het zaad verspreid door de plant zelf, waardoor er weer nieuwe bloemen komen! We laten altijd genoeg van dezelfde soort staan en plukken nooit te veel, zo hebben anderen en de natuur er ook plezier van. Uiteraard oogsten we zelf ook weleens zaadjes, om weer nieuwe bloembommen te maken.”

Guerrilla Gardeners
© Guerrilla Gardeners – Karpatenklokje
Guerrilla Gardeners
© Guerrilla Gardeners = Boomspiegel
Guerrilla Gardeners
© Guerrilla Gardeners

Vul een bloembak

Tip van de website van >> Guerrilla Gardeners
Leg een tijdelijke tuin aan, simpelweg in een bloembak. Of vul iets anders op straat met bloemen. Wees creatief met wat je hebt. Een prullenbak, een schoen, een fiets of zelfs een auto?

Deze auto staat in Toronto, Canada. Hij werd in 2006 omgevormd tot guerrillatuin. “We asked for forgiveness rather than permission”, vertelt Yvonne Bambrick, een van de initiatiefnemers. De gemeente stond toe dat de auto als kunstwerk op de straat bleef staan, mits hij verzekerd was en in de wintermaanden verwijderd zou worden.

Foto: Yvonne Bambrick.– © Guerrilla Gardeners

Checklist bloembak

Kies het materiaal

● Aardewerk. Ziet er mooi uit maar is wel poreus. Je verliest snel water, maar hebt weinig kans dat je teveel geeft.
● Plastic (gerecycled). Het goedkoopst en licht. Let op chemicaliën die erin kunnen zitten. Je kunt als stelregel aanhouden dat als het gebruikt wordt voor eten, het ook veilig is voor planten.
● Hout. Ziet er prachtig uit, zal wel langzaam afbreken.
● Zakken. Een postzak of andere grote zak.
● Een straatobject. We dagen je uit!

Zorg voor drainage

Plantenwortels hebben ook zuurstof nodig. Laat onder in een bak dus geen water staan, dan verdrinken de wortels. Heeft je bak onderin geen gaatjes, maak deze er dan in. Is dat lastig, leg dan een laagje steentjes, kapot aardewerk of zelfs oude wijnkurken of sponzen onder in je bak.

Vul je bak met aarde

Het is het makkelijkst om potgrond te gebruiken. Let erop dat je goede grond gebruikt die vocht vasthoudt. Dit is nodig omdat je planten in een bloembak weinig aarde hebben om te wortelen.

Tips:

  • Maak in een bloembak een bloembollenlasagna door bollen in lagen te planten. De grootste bollen die het laatst bloeien gaan onderin, de kleinste bollen die het vroegst bloeien bovenin.
  • Het is goedkoop en duurzaam om oude potgrond te hergebruiken. Voeg simpelweg compost toe en je kunt het gebruiken voor een nieuwe plant.

Plantjes erin

In een pot kun je meerdere keren per jaar nieuwe planten zetten. Combineer je planten ook met bloembollen.

Slim plaatsen

Let op voldoende zon en wat beschutting van de wind. Plaats je potten in een cluster samen. Dat ziet er mooi uit en zorgt voor een microklimaat waar het vochtgehalte hoger is.

Onderhoud

Je weet het ondertussen. Water! Als je de bodem bedekt met snoeisel of planten hoef je minder water te geven.
In een plantenbak is voeding ook belangrijk. Voeg af en toe wat compost toe, maar ook oude theebladeren of koffieprut kun je als voeding gebruiken.

Deze tips en meer inspiratie vind je in het Handboek Guerrilla Gardening. Te koop in de boekhandel of hier